Tussen klei en koolzaad: Een ontdekking van poëzie en jeugdherinneringen | Boekrecensie
Vandaag begint de 90ste editie van de Boekenweek, een feest van literatuur met als thema je moerstaal. Dit onderwerp heeft iets diep persoonlijks, want voor veel schrijvers is Nederlands niet per se hun eerste taal, maar het is wel de taal waarin ze zich het best kunnen uitdrukken – de taal waarin ze spreken, schrijven, zingen, dicht, juichen, vloeken en liefhebben. Voor mij is het de perfecte aanleiding om de gedichtenbundel Tussen Klei en Koolzaad van Janneke Jager te lezen.
Deze bundel ligt al een tijdje op mijn nachtkastje, maar ik geef toe dat ik normaal niet zo’n fan ben van poëzie. Het is denk ik typisch een geval van “onbekend maakt onbemind”, want na één bladzijde vol zweverige, moeilijke woorden zonder rijm haak ik meestal al af. Toch wilde ik deze debuutbundel van Janneke Jager een kans geven.
Je kunt het meisje wel uit de klei halen, maar de klei niet uit het meisje
Janneke groeide op in het Groningse platteland en vertrok op haar zeventiende naar de Randstad, om uiteindelijk op haar veertigste weer terug te keren naar haar roots. Ze zegt zelf: “Je kunt het meisje wel uit de klei halen, maar de klei niet uit het meisje.” Dit bracht me aan het denken, want ik herken daar een stukje van mezelf in. Zelf ben ik geboren op het Zandvoortse strand en heb ik mijn jeugd doorgebracht in de zilte lucht van de Noordzee. Op mijn vijfentwintigste verhuisde ik naar de Groningse klei en koolzaadvelden. Ook voor mij geldt: je kunt het meisje uit de zee halen, maar de zee niet uit het meisje.
Een kunst
Beide lijken we een diepe verbondenheid te hebben met de natuur, en dit zie je duidelijk terug in Janneke’s poëzie. Met haar moerstaal, die ze op meesterlijke wijze omzet in gedichten, neemt ze je mee naar haar jeugd. De herinneringen die zij oproept, sluiten naadloos aan bij mijn eigen jeugd aan zee. Het is prachtig hoe ze taal gebruikt om je terug te brengen naar die tijd, en hoe ze met woorden geuren en beelden weet op te roepen. Het is echt een kunst om met zo weinig woorden zoveel gevoel te tonen – Janneke beheerst dit volledig.
Meer dan het Groninger landschap
Wat ik ook bijzonder vind aan haar werk, is dat haar gedichten zich niet alleen afspelen in het Groningse landschap van klei en koolzaad, maar dat ze ook een universele schoonheid dragen. Voor mij had het boek net zo goed Tussen zand en schelp kunnen heten. Poëzie is immers universeel: inwisselbaar en herkenbaar voor iedereen, waar je ook vandaan komt.
Conclusie
Deze prachtig vormgegeven debuutbundel is uitgegeven door Palmslag, een onafhankelijke uitgeverij die schrijftalent helpt om hun boekendromen waar te maken. De passende foto’s in het boek zijn van fotograaf Diemer Bosma. Het boek is een aanrader voor iedereen die verbonden is met de natuur, of je nu in Groningen tussen de klei en koolzaad hebt gewoond of elders ter wereld een jeugd hebt doorgebracht met de natuur als achtergrond. Maar ook voor wie zich wil laten uitdagen en kennismaken met toegankelijke, indrukwekkende poëzie is deze bundel een must-read.
Het boek is te koop bij o.a. Palmslag, Daan Nijman en uiteraard bij Bol.com. (Je komt bij het boek uit als je op deze links klikt).
Wat vind jij van het boek? Laat het me hieronder weten.
0 reacties